Fietspad versus oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van 2-wielige bromfietsen: wat met de voorrang?
Heeft de fietser steeds voorrang? En wat met de bromfietsers? Hoe gedraag ik mij als autobestuurder t.o.v. de zachte weggebruiker? Lees er hier alles over en vind op al je vragen een antwoord.
Fietspad
"Een fietspad is dat deel van de openbare weg dat voor het verkeer van fietsen en tweewielige bromfietsen klasse A is voorbehouden".
Als je als weggebruiker een deel van de openbare weg dwarst, die niet voor jou voorbehouden is, dan moet je per definitie voorrang verlenen aan de weggebruikers die zich begeven op dat deel van de openbare weg die voor hen is voorbehouden. Dit wordt duidelijk aan de hand van volgend voorbeeld: fietser 1 heeft voorrang op auto 2 die van rechts komt, omdat auto 2 een fietspad dwarst (deel van de openbare weg niet voor hem voorbehouden). Auto 2 blijft wel voorrang behouden op auto 3 wegens de hoofdregel in verband met de voorrang tussen bestuurders: voorrang aan rechts. Deze situatie gaat uit van een kruispunt zonder voorrangsborden, verkeerslichten en bevoegde personen.
Wie heeft voorrang wanneer het fietspad uitkomt op de rijbaan?
Zich op het einde van een fietspad op de rijbaan begeven om rechtdoor te rijden, wordt niet als manoeuvre beschouwd. Bij een manoeuvre moet de bestuurder die een manoeuvre aan het uitvoeren is, alle andere weggebruikers voorrang verlenen. Aangezien dit niet gezien wordt als manoeuvre, wil dit zeggen dat de andere weggebruikers de bestuurders van het fietspad moeten voorrang geven op dergelijke plaatsen, aangezien de bestuurders van het fietspad dan van rechts komen.
Hieronder vind je een afbeelding die bovenstaande situatie illustreert.
Oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen
Een oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen herkent men aan 2 evenwijdige strepen, die veelal bestaan uit parallellogrammen. Meer en meer worden dergelijke wegmarkeringen door de wegbeheerder vervangen door 2 pijltjes die naar elkaar toewijzen, of een rode strook, een stippellijn of een andere variant.
- Verplichtingen voor bestuurder auto/motorfiets: "hij mag een oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen slechts met matige snelheid naderen, teneinde de weggebruikers die er zich op bevinden, niet in gevaar te brengen en ze niet te hinderen wanneer zij het oversteken van de rijbaan met normale snelheid beëindigen. Zo nodig moet hij stoppen om ze te laten doorrijden. Hij mag dergelijke oversteekplaats niet oprijden wanneer het verkeer zodanig belemmerd is dat hij waarschijnlijk op die oversteekplaats zou moeten stoppen"
- Verplichtingen voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfiets: "hij mag zich slechts voorzichtig op de oversteekplaats begeven met inachtneming van de naderende voertuigen."
Oversteekplaatsen kunnen worden aangeduid door een gevaarsbord (rood, standaard op 150 meter voor de oversteekplaats) en/of door een aanwijzingsbord (blauw, aan de oversteekplaats). Zie afbeeldingen hieronder.
Een fietser die aan het wachten is aan een oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen, heeft dus in se geen voorrang. Vergeet niet dat je als autobestuurder steeds geacht wordt dubbel voorzichtig te zijn, en dit in het bijzonder ten aanzien van de zwakkere weggebruiker! Pas dus je snelheid aan aan de situatie en hou het veilig!